MARCEL – AL TIEN JAAR ELKE DAG EEN TAS BROOD


Elke grote stad heeft daklozen. Dat word je natuurlijk niet zomaar, er horen vaak de meest schrijnende verhalen bij. Ik zit al 41 jaar met de kaaswinkel schuin tegenover het Koffiehuis. Daklozen zijn er altijd al geweest, vroeger was er ook veel drugsoverlast. Maar dat is nu niet meer, gelukkig. Als 15-jarige begon ik met werken, inmiddels is het mijn eigen winkel. We verkopen ook brood. Vroeger gaven we het brood dat aan het einde van de dag over was terug aan de bakker, of het ging naar de dierentuin. Maar de hygiënewetten zijn veranderd, dat mag allemaal niet meer. Dus nu gaat er al zo’n jaar of tien elke dag een tas brood naar de overkant, naar het Koffiehuis. Vooral wit brood en zacht brood, omdat veel daklozen last hebben van hun gebit.
Ik vind het prettig dat het Koffiehuis zo’n centrale plek is. Ik heb zelf nooit ergens last van, maar mochten er buurtbewoners zijn die vragen hebben, dan is het Koffiehuis een duidelijk aanspreekpunt. Elke ochtend komt Murat het brood halen, dat is vaste prik. Zo hebben we echt iets opgebouwd samen. We staan vaak even te kletsen over van alles en nog wat. Dan werkt zijn peukenstofzuiger niet goed en geef ik tips over hoe dat te fiksen. Of zoiets. Ik geef hem de tas met brood mee. Meestal is er meer dan genoeg, heel soms hebben ze pech, dan is al het brood op. Maar dat gebeurt zelden. Soms heb ik gebak over, dan geef ik dat ook mee.